Inhoud
Vaak zal de aanwezigheid van galstenen in de galblaas (cholelithiasis) al worden verondersteld wanneer een arts de anamnese heeft afgenomen en een lichamelijk onderzoek heeft uitgevoerd. Het is echter zonder verder onderzoek niet mogelijk om een diagnose te stellen, daarom spreken we bij een vermoeden van galstenen na de anamnese en lichamelijk onderzoek van een ‘waarschijnlijkheidsdiagnose’. Daarop volgt dan een vervolgonderzoek naar keuze om cholelithiasis vast te stellen. Welke vervolgonderzoeken worden uitgevoerd is afhankelijk van de situatie.
Onderzoeken bij galstenen
Echografie
Door middel van echografie van de bovenbuik kunnen galstenen die groter zijn dan 2 mm worden aangetoond. Tevens kan de dikte van de galbaaswand worden beoordeeld; deze zal verdikt zijn bij acute ontsteking van de galblaas (cholecystitis). Echografie is het voor de patiënt minst belastende onderzoek.
PTC: percutane transhepatische cholangiografie
Bij een vermoeden op galstenen kan een PTC (percutane transhepatische cholangiografie) worden uitgevoerd. Hierbij worden de galgangen door de lever rechtstreeks aangeprikt, wat bij uitstek geschikt is voor het zichtbaar maken van door galstuwing uitgezette galwegen. Bij dit onderzoek bestaat een risico op gallekkage. Hierbij kan een percutane galblaas drainage (afvoer door de huid heen) worden geplaatst om de gal af te voeren.
ERCP: Endoscopische Retrograde Cholangio- en Pancreaticografie
Dit is een onderzoeksmethode waarbij een flexibele slang (endoscoop) van 1cm doorsnede via de keel van de patiënt in het lichaam wordt gebracht. De endoscoop is soepel en bestuurbaar. Doordat de patiënt de flexibele slang als het ware inslikt, komt deze gemakkelijk in de slokdarm terecht. Vanaf dit punt bestuurt de arts de endoscoop verder tot in de twaalfvingerige darm, waar zich de uitgangen van de galwegen en de alvleesklier bevinden. Door de endoscoop kan de arts met behulp van een katheter contrastvloeistof in de galwegen brengen, zodat duidelijke röntgenfoto’s kan worden gemaakt waarop galstenen zichtbaar worden. Ook kan de arts via de endoscoop instrumenten toepassen waarmee hij direct kan behandelen: galstenen verwijderen, buisjes plaatsen bij vernauwing van de galwegen.
Cholecytografie
Een orale galblaasfoto (cholecytografie) wordt tegenwoordig alleen gebruik om het aantal en de grootte van de galstenen te beoordelen en de functie van de galblaas te onderzoeken. Dit laatst kan ook met scintigrafisch onderzoek (radioactieve stoffen) worden bepaald, maar dit is erg duur en daarom alleen geïndiceerd als de andere onderzoeken tekort schieten.
Bij cholecytografie moet de patiënt de avond voorafgaand aan het onderzoek moet een contrastmiddel innemen (via de mond). Via de dunne darm wordt het door de lever met de gal uitgescheiden en komt de contrasvloeistof in de galblaas terecht. Daarvan kan dan de volgende dag een röntgenfoto van worden gemaakt. De aanwezigheid van galstenen zal te zien zijn door middel van uitsparingen in het contrastmiddel.
IVC: intraveneus cholangiogram
Bij het intraveneus cholangiogram (IVC) wordt het contrastmiddel in de bloedbaan gebracht door het via een intraveneus infuus langzaam toe te dienen. Van het IVC wordt tegenwoordig weinig gebruik gemaakt.
Laboratoriumonderzoek bij galstenen
Een laboratoriumonderzoek wordt bij het vermoeden op galstenen vaak niet als eerste aanvullend onderzoek besproken, omdat dit weinig of geen specifieke informatie oplevert bij galstenen. Als echter gedacht wordt aan complicaties, zoals een ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis), kan er alsnog een laboratoriumonderzoek plaatsvinden.