Wat is een alvleesklierontsteking?

medisch-blog

Alvleesklierontsteking uitgelegd

Wat is een alvleesklierontsteking, wat zijn de symptomen alvleesklierontsteking en hoe wordt een alvleesklierontsteking behandeld? De alvleesklier of het pancreas is een orgaan dat dwars in de buik ligt, ongeveer 15 cm lang is en 1-3 cm dik. De alvleesklier bevindt zich gedeeltelijk achter de maag en de twaalfvingerige darm en is nodig voor een goede bloedsuikerspiegel en spijsvertering. De alvleesklier produceert insuline en het maakt cellen die enzymen maken, welke het voedsel helpen verteren. In de alvleesklier kunnen ontstekingen ontstaan, wat ‘alvleesklierontsteking’ of ‘pancreatitis’ wordt genoemd. Men maakt hierbij een onderscheid tussen een acute alvleesklierontsteking en een chronische alvleesklierontsteking. Een alvleesklierontsteking die plotseling opkomt wordt ‘acute alvleesklierontsteking’ genoemd en bij een ontsteking die wat milder is en vaker na elkaar optreedt, spreekt men van een ‘chronische alvleesklierontsteking’.

De twee belangrijkste oorzaken van een acute alvleesklierontsteking is overmatig alcoholgebruik en galwegstenen. Het komt vaak voor dat de oorzaak onduidelijk is. In dat geval spreekt men van een ‘idiopatische’ vorm. De belangrijkste oorzaak van chronische alvleesklierontsteking is overmatig alcoholgebruik.

Wat zijn de klachten en symptomen van een alvleesklierontsteking?

Een chronische alvleesklierontsteking of pancreatitis verloopt doorgaans wisselend. Dat betekent dat rustige perioden worden afgewisseld door perioden dat de klachten weer de kop opsteken. Na iedere ontsteking van de alvleesklier vormt zich littekenweefsel, wat ervoor kan zorgen dat de afvoerbuis voor alvleeskliersappen zich vernauwt. De sappen kunnen hierdoor minder gemakkelijk wegstromen en hierdoor neemt de druk in het orgaan toe, hetgeen gepaard kan gaan met pijn.

Bij een acute alvleesklierontsteking staat hevige buikpijn en algeheel ziek zijn op de voorgrond. Er kan bovendien sprake zijn van rugpijn, aangezien de alvleesklier achter in de buik ligt. De acute vorm kan mild verlopen, maar er kan ook sprake zijn van een ernstig ziektebeeld.

Hoe wordt een alvleesklierontsteking behandeld?

Een alvleesklierontsteking of pancreatitis kan meestal worden vastgesteld op basis van de gepresenteerde klachten, lichamelijk onderzoek, laboratoriumonderzoek en beelvormdend onderzoek (een echo of CT-scan).

Medische behandeling is meestal gericht op symptoombestrijding (het verlichten van de klachten) en daarnaast het voorkomen van verdere verslechtering en functieverlies van de alvleesklier. Je kunt medicijnen krijgen om eventuele tekorten (van enzymen of hormonen) aan te vullen. Je kunt vaak gewoon blijven eten en drinken, aangezien de medicijnen de alvleesklierenzymen aanvullen. Je krijgt vaak ook medicijnen voorgeschreven om de (hevige) pijn te bestrijden.

Soms zal een endoscopische behandeling (ERCP) nodig zijn, waarbij de arts met een flexibele buis (endoscoop) via de mond en de maag tot in de twaalfvingerige darm kan komen, waar de gezamenlijke uitgang van de galwegen en de alvleesklier (papil van Vater) zit. Via de endoscoop wordt contrastvloeistof in de afvoerbuisjes van de galwegen en alvleesklier gespoten, waarna met behulp van een röntgenapparaat de afwijkingen zichtbaar worden. Met behulp van kleine instrumenten door de endoscoop, kan de arts een ingreep uitvoeren waarbij de afvoermogelijkheid van alvleeskliersap en galvloeistof verbetert. Dit doet de arts door een klein sneetje te maken bij de afvoergang (een papillotomie). De arts kan ook een buisje (stent) in de afvoergang plaatsen, waardoor afvoer van alvleeskliersap kan verbeteren. Wanneer de arts tijdens de procedure galstenen signaleert, kan hij deze met een speciaal grijpertje of met een ballon verwijderen.

Soms is een operatie nodig om ernstige pijnklachten te bestrijden. Bij een dergelijke ingreep kan een deel van de alvleesklier met het littekenweefsel verwijderd worden. Verder kan de arts de afvoergang van de alvleesklier verbinden met een deel van de dunne darm, waardoor de alvleeskliersappen weer goed kunnen wegstromen.